Veel mensen puzzelen graag. De ene is lekker een half uurtje zoet met een sudoku. De andere een hele voormiddag met een uitdagend cryptogram. En weer een andere is dagen bezig met een grote legpuzzel.
Riny Rovers heeft een mega-monsterpuzzel opgelost. Daarmee is ze bezig geweest sinds... 1998 !!
Riny, wat heb je precies gedaan?
Ik heb van elk huis in Hooge Mierde, Lage Mierde en Hulsel de bewoningsgeschiedenis in kaart gebracht. En ook van elk perceel waarop vroeger ooit een huis gestaan heeft, want ook dat zijn er nogal wat. Van al die huizen heb ik uitgezocht wie er ooit gewoond heeft.
Als einddatum heb ik het jaar 2000 gekozen, vlak na het einde van de oude gemeente Hooge en Lage Mierde en Hulsel, en de start van een nieuw millennium. En van daaruit ga ik terug in de tijd.
Hoe ben je daarbij gekomen?
Dat heeft alles te maken met dat einde van de oude gemeente, het einde van een zelfstandigheid, vroeger zelfs een officiële Vrijheid. Ineens wordt alles groter, komen er mensen van buitenaf bij. Het eigene gaat er van af. Daar hoort een passend einde aan gebreid te worden. Zo voelde ik dat op dat moment. En zo heb ik de gedachte gekregen om die oude gemeente toch op een of andere manier te bewaren.
Een drijfveer is ook mijn eigen nieuwsgierigheid, het per se willen weten wie waar gewoond heeft. En hoe deze mensen geleefd hebben.
Tot hoever ben je daarbij terug gegaan? Helemaal tot aan 1832, toen het kadaster ontstaan is?
Oh nee, veel en veel verder. Eigenlijk tot 1463, dus de late middeleeuwen. Van vóór dat jaartal zijn geen bronnen bewaard gebleven. Maar op lang niet alle plekken die nu bewoond zijn, heeft tot zo lang geleden een huis gestaan natuurlijk. Daar staat tegenover dat ik van sommige huizen toch nog verder terug heb kunnen gaan. Dan staat er in die aller oudste aktes niet alleen vermeld wie het pand op dat moment koopt, maar ook wie er daarvoor gewoond heeft, en dáár weer voor. Zo ben ik soms terug kunnen gaan tot ongeveer 1350.
Zo! Zijn al die gegevens van al die mensen al die tijd bewaard gebleven dan?
Ja, maar wel in verschillende bronnen, en op verschillende manieren. Dat maakt het echt tot een puzzel. Telkens weer het bewijs leveren dat een bepaalde vermelding in het ene register identiek is aan een ander soort notatie in een later systeem. Telkens weer aantonen dat het huis dat op 28 januari 1471 verkocht wordt aan Dierick Jan Sceywen hetzelfde is als dat vijftien jaar later, op 7 februari 1486, het eigendom wordt van Antonius Peter Peenen, de familie die nu Paridaans heet.
Want alles kan ik bewijzen. Van elke verandering, van elke transactie heb ik de bron genoteerd. Daar en daar staat het.
Wow! Over zóveel eeuwen en op dat niveau! Met datum en al?
Ja en soms ook met allerlei leuke details erbij, zoals het beroep van de betreffende man. Maar ook dingen als beslagleggingen, vaak vanwege achterstallige belastingen. En noem maar op.
Kun je iets meer vertellen over hoe die puzzel precies in elkaar steekt, hoe je te werk gegaan bent?
Ja, vanwege de wet op de privacy heb ik voor de periode 1940 - 2000 gebruik moeten maken van openbare bronnen. Van de telefoongidsen bijvoorbeeld. Die zijn van elke vijf jaar bewaard gebleven. Maar ook van allerlei andere gepubliceerde lijsten waarop de bewoners vermeld staan. In 1965 zijn we bijvoorbeeld overgegaan van het oude adressysteem naar het huidige. Tot die tijd heeft iedereen in Hooge Mierde een uniek huisnummer, met een A ervoor, bijvoorbeeld A 87. Lage Mierde is B en Hulsel C. Daar hoort dan vaak een buurt bij als nadere aanduiding, en alleen af en toe een straat. De St. Cornelisstraat bestaat dan bijvoorbeeld nog helemaal niet. Niet als naam tenminste. Dat heet dan nog allemaal gewoon Het Dorp. In 1965 komt de invoering van straatnamen en een nummering per straat.
De vorige 'Efkens buurten' is over Sjef van Gisbergen gegaan. Dat adres gaat in 1965 bijvoorbeeld over van Heikant A 21 naar De Gagel 16. En dan woont daar Everardus Josephus van Gisbergen, zijn grootvader Sjef van Fonse.
Voor de periode 1820 - 1940 heb ik het bevolkingsregister als basis kunnen nemen. Elke tien jaar wordt er een soort volkstelling gehouden. Dan worden alle gezinsleden die op een bepaald adres wonen genoteerd. Maar ook de inwonende meiden of knechten. Dat is natuurlijk telkens een momentopname. Maar van tussentijdse veranderingen worden ook vaak aantekeningen gemaakt. Dat is in die tijd de basis. Maar er zijn natuurlijk meer bronnen, zoals de registers van het kadaster. Bij verkopen worden in die tijd meestal alle betrokken namen vermeld. En zo kun je alle veranderingen precies bijhouden.
Van 1755 tot 1840 lopen de zogenaamde verpondingskohieren. Dat zijn de registers van een soort Onroerend Zaak Belasting. Ook weer heel nauwkeurig opgesteld, maar wel op een totaal andere manier, met dus belastingheffing als doel. Maar, en dat is natuurlijk handig, die verpondingskohieren overlappen het begin van het bevolkingsregister en het kadaster. En zo kun je die link weer leggen.
Van vóór 1755 zijn er geen officiële gemeentelijke documenten. Die zijn er wel geweest, maar helaas niet bewaard gebleven. Dan moet je het hebben van het oud rechtelijk archief, zeg maar notariële aktes.
Daarin heeft Eddy Verspaandonk een gigantisch voorwerk gedaan, waarvan ik dankbaar gebruik heb kunnen en mogen maken. Die oude aktes zijn natuurlijk handgeschreven, en in oud-Nederlands schrift. Een leek kan daar absoluut geen wijs uit. Persoonlijk kan ik dat wel enigszins lezen, maar moeizaam. Eddy heeft al die handgeschreven archiefstukken stuk voor stuk in leesbaar Nederlands herschreven en gedigitaliseerd.
In die oude notariële aktes wordt de locatie van elk perceel vastgelegd door middel van zogenaamde 'reengenoten'. Dat zijn de eigenaren van belendende percelen. Kortweg: wie zijn de buren? Een voorbeeld uit de Franse tijd, als dat systeem nog steeds in zwang is: 1810, Jan van Poppel koopt een huis aan de Hoogstraat, oost Jan Huijbrechts, zuid de straat, west Cornelis Jansen en noord Josephus Larmit. Dat 'zuid de straat' is altijd belangrijk. Dan weet je meteen aan welke kant van de weg hij woont, in dit geval aan de rechtse kant. Dit betreft overigens het huis waarin tot voor enige tijd Coop Meulenbroeks en Sjoke 'van Prokes' gewoond hebben.
Maar als je enkel die notariële aktes hebt om mee te werken, wordt het echt een leuke puzzel. Want die reengenoten veranderen natuurlijk voortdurend. Maar gelukkig worden er ook andere zaken vastgelegd, zoals de naam van het perceel, de omvang, een beschrijving van de bebouwing en dergelijke. En natuurlijk gaat het meestal niet om één perceel, maar om een complete boerderij. Daar horen van oudsher die en die akkers bij. Sommige van die akkernamen zijn echt eeuwenlang gebruikt en in de familie gebleven. En dat zijn dan mooie referentiepunten.
Want ja, in zulke boerendorpjes betreft het natuurlijk bijna altijd de verkoop van een boerderij van vader op zoon, elke generatie weer opnieuw.
Nee, meestal juist niet. Ze blijven wél heel vaak binnen de familie, hoor. Maar een boerderij gaat in vroeger eeuwen opvallend vaak over op een dochter. Ik schat zelfs in driekwart van de gevallen. En dan is de verkoop dus van vader op schoonzoon. Want de vrouwen worden dan meestal nog niet genoemd. En dat maakt het uitzoeken dan weer extra moeilijk.
Okay, dus als je je voorouders kent, ook in de vrouwelijke lijn, dan kun je mooi zien uit welke hoek van de familie zo'n boerderij uiteindelijk voort gekomen is.
Ja, dat klopt. Maar mijn werk is dus geen stamboom, hoewel er wel veel stamboomgegevens voor gebruikt zijn. En daarmee is Tonny Moeskops-van Gisbergen weer heel behulpzaam geweest.
Kun je eens een voorbeeld geven van een boerderij die zo heel lang in dezelfde familie gebleven is?
Nou, neem die boerderij van Harrie van Raak in De Stad die enkele jaren geleden afgebroken is. (Nu noemen we dat daar simpelweg De Stad, maar ooit had die straat een nog veel chiquere naam: De Stad van Luttel Turnhout.) Harrie en Luus komen van Beek en hebben die boerderij gekocht van Willeke en Doruske Luyten. Dat zijn de laatste vrijgezelle zonen van een daardoor doodgelopen familietak.
Ik heb de geschiedenis van die boerderij terug kunnen traceren tot 7 februari 1486. Dan is hij in eigendom van de erg bekende familie Miertmans, hier intussen ook al lang uitgestorven. Bijna honderd jaar later, in 1584, gaat het bezit over naar de familie Van den Broeck. Of daarbij sprake is van een familierelatie (vader Miertmans - schoonzoon Van den Broeck), valt niet meer te achterhalen.
Die Van den Broecks zitten daar ook weer nagenoeg honderd jaar. Dan trouwt een dochter van de familie, Hijlena van den Broeck, met Marcelis van den Bergh. Maar een zus van haar, Maria, erft de boerderij. Zij is een begijntje in Turnhout. En zij verkoopt in 1681 deze voorouderlijke boerderij aan haar zus Hijlena en Marcelis. Zo komt het bedrijf dus in het bezit van de familie Van den Bergh. Tot 1750.
Dan volgen er telkens van die overgangen van vader op schoonzoon, elke generatie opnieuw. En dus telkens een wisseling van familienaam. Dochter Anna van den Bergh is getrouwd met Lambert van den Borne. Zij kopen in 1750 die hoeve. Hun jongste dochter Hendrina trouwt met een Kools. Zij zijn de volgende eigenaars. Vervolgens trouwt dochter Anna Kools met Adriaan Luyten. En deze Adriaan is een verre voorouder van Willeke en Doruske. Een verre, want deze familie heeft daar alles bij elkaar zo'n 150 jaar lang geboerd.
Zo is deze boerderij dus minstens 370 jaar lang binnen één en dezelfde familie gebleven, minstens vanaf 1584. En misschien nog wel honderd jaar langer. Maar wel telkens onder andere familienamen: Van den Broeck - Van den Bergh - Van den Borne - Kools - Luyten.
Als je nou kijkt naar de grote Hooge Mierdse families, waar heeft de eerste Van den Borne gewoond? Waar de eerste Van Gisbergen, waar de eerste Hermans, en zo?
De eerste Hooge Mierdse Van den Borne, Lambertus, is eind jaren 1690 ingetrouwd bij Jan Wittens, een herbergier en bierbrouwer. Die heeft gewoond waar nu het bedrijf van de blauwe Van Gisbergen is.
De eerste Van Gisbergen (Sjef) huist achteraan in de Hoogstraat, waar Ad Antonius nu woont.
De Van Gestels zijn hier nog niet zo lang. De eerste woont in het Doornboompje, waar zijn achterkleinzoon Sjaak nu nog steeds zit.
Datzelfde geldt voor de Meulenbroeksen. De eerste, Jan, komt van Netersel. Hij trouwt hier in 1849 met een weduwvrouw, Rosalia Martens. Zij bouwen een nieuwe boerderij in de Kerkstraat. Daar heeft sindsdien niet alleen altijd een Meulenbroeks gewoond, maar ook altijd een Jan Meulenbroeks, vier generaties achter elkaar. Totdat die jongste Jan naar de Haarweg verhuist en de boerderij afgebroken wordt. Op die plek staat nu ’t Dörp.
De Schoormansen daarentegen vertoeven al veel langer in deze contreien, al van vóór 1600, maar dan vooral in Lage Mierde.
En de voorvader van alle huidige Hermansen, Hendrik, is in 1767 getrouwd met Maria Catharina Vromans. Dit koppel woont ter hoogte van Smidsstraat 8, op de hoek met De Baan.
Wat zijn de meest interessante stukken van deze gigantische uitzoek-puzzel geweest?
Toch uiteindelijk de huizen die nu niet meer bestaan. Zo heeft er bijvoorbeeld midden op het huidige Myrthaplein lang een flinke boerderij gestaan. Maar bijvoorbeeld ook op de hoek Lottersestraat - Twisseltsebaan. Een paar zelfs. En helemaal achteraan rechts in de Hoogstraat. Daar hebben de Schoormansen trouwens ook nog gezeten. Totdat een dochter trouwt met een Van Mol.
Huh!? Die akkers daar tegen de bosrand hebben altijd 'de Mol' geheten. Komt die naam dáár vandaan? Nooit geweten!
Maar het meest interessante is uiteindelijk toch hoeve Op den Berg geweest. En dan bedoel ik niet de boerderij op de Gagel, van Zjoele, die ook zo'n soort naam heeft.
Ergens tussen 1810 en 1820 wordt die hoeve Op den Berg aangekocht door notaris Hoozemans. Het betreft ofwel een boerderij met twee woningen, ofwel twee aparte boerderijgebouwen, dat is niet duidelijk. Het verhaal van deze hoeve gaat helemaal terug naar een heel vooraanstaande familie in deze streek, Van Tulden. Geen adel, maar wel met banden met de hertogen van Brabant. Een van de nazaten is ook abt van Averbode geworden. Geweldig interessant allemaal.
Maar... ik heb nooit uit kunnen vissen waar die hoeve ergens gestaan moet hebben. Ongetwijfeld ergens aan de rand van het dorp, zonder echte naaste buren, dat is wel duidelijk. Maar wáár?
Totdat ik een kopie van een oude kaart, gekregen van Simon van der Heijden, van rond 1795 onder ogen krijg. Daarop is heel nauwkeurig het verloop van de grens aangetekend. Plus de directe omgeving. Plaatsen als Hooge Mierde, Reusel en Postel staan er heel gedetailleerd op. Lage Mierde en Hulsel komen er helaas niet op voor. Het is de oudste kaart met details tot op huis-niveau.
En wat ontdek ik op die kaart? Een afgezonderde boerderij op het einde van de huidige Twisseltsebaan, zo'n beetje ter hoogte van Bartels nu. Nooit geweten dat daar ooit iets geweest is. En alles, de oppervlakte en de hele reutemeteut, blijkt precies te kloppen met die ene boerderij die ik al die tijd kwijt ben geweest...
Goh! Fascinerend allemaal! Maar nu is de puzzel klaar. Wat ga je er mee doen? Wordt het een boek of zo?
Klaar, klaar. Het uitzoekwerk op zich wel ja. Voor het overgrote deel dan toch. Nu staat alles op papier. Maar nog wel handgeschreven, allemaal in aparte schrijfblokken.
Ik ben nu bezig om het allemaal over te zetten op de computer. Dat is ook weer een enorme klus. Maar ik ben vroeger typiste geweest en ik maak nu nog steeds met gemak 200 aanslagen per minuut. Dus dat helpt.
Ook met dat invoeren ben ik al een heel eindje gevorderd. Als ik er normaal mee door kan gaan, hoop ik dat komende zomer af te krijgen. Dan moeten de kleine verhaaltjes er nog omheen. En dan is het echt klaar. Zeg over een jaar of zo.
En nee, dat wordt geen boek. Onmogelijk! De uitgewerkte gegevens over sommige huizen beslaan wel twintig pagina's. Per huis! Want het moet natuurlijk allemaal wel overzichtelijk blijven. En dan kun je niet elk vel van linksboven tot rechtsonder vol gaan zitten typen.
Oh jee! En dat maal meer dan duizend huizen! Nee, dat zou een complete encyclopedie worden. Maar wat dan wel?
We gaan het publiceren op de website van de heemkundegroep. Daar kan iedereen het dan inzien. Ben je geïnteresseerd in de geschiedenis van je eigen huis? Daar kun je het meteen opzoeken.
Maar het wordt natuurlijk vooral een grote bron van gemakkelijk toegankelijke informatie voor mensen die bezig zijn met een stamboom of hun familiegeschiedenis.
Ik heb antwoord gekregen op mijn persoonlijke nieuwgierigheid naar de woonplekken van de vele mensen die ik ooit in oude aktes tegen gekomen ben. Als vanaf volgend jaar anderen daar ook hun voordeel mee kunnen doen, en vooral veel plezier aan beleven, is dat mooi meegenomen.
Eerdere afleveringen lezen van Efkens buurten mee...? Klik op:
Sjef van Gisbergen
Johan Luijten
Mireille Meulenbroeks
Piet Wissink
Anja van Gisbergen
Jos Wouters
Ria Wissink