Anja bouwt elk jaar een miniatuur winterdorp in een berglandschap. Het is een bijzonder feeëriek tafereel met ongelooflijk veel details. Telkens ontdek je weer wat nieuws. Er beweegt van alles: van een paar mannen die een boomstam in stukken zagen, tot schommelende kinderen, enkele draaiende kermisattracties en een treintje dat rond rijdt. Het meest opvallende is de skilift.
Overal brand licht, echt talloze lampjes. En alles is ongelooflijk secuur afgewerkt.
Hoe ben je daar bij gekomen? Waar heb je het idee opgedaan?
Het is eigenlijk een behoorlijk uit de hand gelopen hobby. Elf jaar geleden ben ik op een tafeltje begonnen met een paar eenvoudige, goedkope huisjes van de Action op een zogenaamde 'sneeuwdeken'. Enkele boompjes erbij. Klaar.
Nu is de ruimte helemaal gevuld, er kan eigenlijk niets meer bij. Alles bij elkaar zo'n 10 m2, op twee grote platen, schuin boven en achter elkaar. In totaal telt mijn dorp nu bijna zestig huisjes, nog afgezien van andere gebouwen, zoals molens, een kerk, een kas, een hooiberg, noem maar op.
Elk jaar koop ik er wel enkele huisjes en poppetjes (eigenlijk heten die figurines) bij. Altijd vlak na kerstmis. Dan is het uitverkoop in de tuincentra die deze dingen verkopen. Dat scheelt toch al gauw 30%. Dit jaar is het brandende huis bijvoorbeeld nieuw, met de brandweerauto die erbij staat.
Hoe lang ben je wel niet bezig om dit allemaal op te bouwen?
Oh, daar begin ik half oktober al aan. Stap 1 is eigenlijk altijd een bezoek aan de Intratuin in Duiven. Daar bouwen ze altijd het grootste winterdorp van heel Europa. Dat is mooi om ideeën op te doen.
Dan begin ik met de achterste tafel, en daarvan weer met de bergen op de achtergrond. Want anders kun je later nergens meer bij. Die bergen maakt ik overigens ook zelf: platen piepschuim bewerken met een soldeerbout, om er groeven en scheuren in te krijgen. Dan beschilderen met lichte en donkere verf, in meerdere lagen, om een maximaal diepte-effect te scheppen.
Ik maak geen tekeningen of zo. Elk jaar opnieuw laat ik ter plekke mijn fantasie werken. Ik probeer altijd eerst wat uit, met een losse opstelling van een groepje huizen. Even van afstand bekijken, hoe het er dan uit ziet. Als het naar m'n zin is, teken ik dat af op de grondplaat. Want eerst moet ik zien dat ik overal stroom naartoe krijg, voor de verlichting. In elk huisje branden namelijk lampjes. En allerlei andere tafereeltjes zijn met kleine spotjes aangelicht. Dat moet je eerst allemaal op orde hebben, want je wilt natuurlijk niet dat er ergens ook maar één stroomdraadje in het zicht komt.
Dan komt alles definitief op z'n plek. De figurines en boompjes erbij, totdat het een mooi geheel is. En tenslotte de ondergrond afwerken. De weggetjes maak ik van klei. Op een oude deegroller heb ik met een lijmpistooltje kleine richeltjes aangebracht. Als ik daarmee over zo'n strookje klei rol, is het net of het kinderkopjes zijn. Een passend kleurtje erop, en dan is dat weer klaar. De paadjes maak ik met los fijn strooigrind. En de rest bedek je met mos. Elk jaar koop ik in het tuincentrum ettelijke kistjes van dat spul.
Tenslotte wat poedersneeuw erover, voor het winterse effect. En dan is de helft klaar. Dan komt de voorste tafel erbij, met een grote plaat erop, en begint ik weer van voor af aan met de rest.
Ik werk er een dag of drie, vier in de week aan, navenant het uitkomt. En dan meestal enkele uren per dag. Eind november wil ik het altijd klaar hebben.
Voor afgelopen jaar heb ik het bijgehouden. In totaal heb ik er 125 uren in zitten.
En dan zorgt onze Peer voor de techniek.
Peter laat dat zien. Achter de schermen (of liever gezegd: eronder) lopen overal snoeren en draadjes.
Peter: Er komen zo'n dertig stekkers en transformatormodules aan te pas. Op elke module kun je vier huisjes aansluiten. En een heleboel dingen hebben dan nog een eigen stroomvoorziening. Punt is ook nog dat je met twee verschillende spanningen werkt. Sommige huisjes hebben een 3 volt aansluiting, en andere werken op 4,5 volt. Die moet je dus wel telkens in groepjes bij elkaar houden.
Goed, dan is alles netjes afgewerkt. Alles draait, alles is mooi verlicht. En dan?
Anja: nou dan genieten we er de hele winter van. En het zorgt voor aardig wat gezellige aanloop. Familie, buren, kennissen die komen kijken. En natuurlijk een praatje maken. Maar ook de peutergroepen van de school en, zoals nu, de noodopvang. Dan moet je wel goed opletten, want een opdracht als 'alleen maar kijken met de oogjes' blijft niet bij iedereen altijd hangen. Deze keer is dat trouwens wél goed gegaan. Prima zelfs.
Wat vind je zelf het mooiste?
Dat hoekje met die boerderij vind ik wel aardig. Vooral de details die daar overal in zitten. Ook het voorste pleintje is goed gelukt, met dat hondenweitje en die drolletje die ik van klei gemaakt heb. En het kerkhof. Vroeger stonden daar maar enkele grafzerken op. Nu heb ik er een stel bij gemaakt, ook weer van klei, vanwege corona zullen we maar zeggen. Dat kerkhof heb ik expres blauw aangelicht. Dat geeft een extra spooky effect.
En ik blijf de skilift leuk vinden, ook al doe ik daar zelf absoluut niet aan. Mij te koud allemaal.
Dat dacht ik al. Die skipiste ziet er namelijk bijzonder uitdagend uit: smal en steil. Echt donker zwart. En dat voor een dalafdaling!
Maar het zijn kennelijk allemaal heel goede skiërs, want er ligt er niet eentje op de grond. Sterker nog, niemand ziet er tegenop om hier en daar een flinke sprong te wagen. Kun je nog wat van leren!
Ben ik niet met je eens. Het enige dat er in het hele tafereel ontbreekt, is een ziekenauto met zwaailichten en loeiende sirene onderaan die piste.
Andere vraag: zo'n ijsbaan, hoe maak je die? Dat ziet er zó levensecht uit, met echt glimmend ijs.
Toch is dat niet veel werk. Eerst schilder je de ondergrond, van buiten naar binnen donkerblauw, overgaand in donkergroen en dan in het midden zwart. Dan is het net of het een steeds dieper meertje wordt. Daar doe je dan blanke siliconenkit overheen, en dat strijk je met een plamuurmes mooi vlak uit. Dat soort trucjes hoor je links of rechts. Of je probeert zelf wat uit.
Ben je bij een clubje of zo, met andere mensen die dat ook doen?
Nee, maar er zijn hier in het dorp wel meer mensen die zoiets bouwen, hoor. Harrie Rossiau bijvoorbeeld. En Harrie Larmit. Iedereen heeft zo zijn eigen stijl. Bij mij is het echt een winterdorp, eigenlijk met nauwelijks iets van kerstmis erin. Bij anderen draait het daar juist vooral om. En zo iemand als Harrie Larmit maakt er weer meer een winterkermis van.
Ja, en dan ken ik ook nog best veel mensen die zoiets op kleine schaal hebben, gewoon op een dressoir of zo.
Okay. En dan zijn de donkere dagen voorbij. Het afbreken zal toch wel wat vlotter gaan. Niet? Anders kun je het onderhand net zo goed het jaar rond laten staan.
Oh ja! Veel sneller. We laten het dorp meestal staan tot eind januari. Dan werken we er met z'n tweeën samen twee volle dagen aan. Wel weer heel voorzichtig. Maar dan zit alles weer netjes in dozen en plastic kratten.
Tot het zover is, geniet van je prachtige werkstuk, Anja, en van alle complimenten die je ongetwijfeld krijgt van iedereen die komt kijken. Het is een enorme klus, maar dan staat er ook wat!