Raamsloop
Hierbij extra informatie over de wandelroute van 3 km. Deze route is rolstoelvriendelijk.
In de jaren 1972-1973 werd het riviertje De Raamsloop, net zoals bijna alle beken in Nederland, gekanaliseerd en voorzien van stuwen; dit omdat men toen meende dat dat de waterhuishouding aanzienlijk zou verbeteren. Inmiddels zijn de inzichten wat waterbeheer en landschapsinrichting betreft behoorlijk veranderd. In de jaren 2006 en 2007 ging De Raamsloop daarom tussen de Reuselsedijk in Hulsel en de Neterselsedijk in Lage Mierde opnieuw op de schop; deze keer om de oude toestand weer enigszins te herstellen. De stuwen werden verwijderd en vervangen door 25 lage drempels van grote keien (“vistrappen”) waardoor trekvissen weer ongehinderd stroomopwaarts kunnen zwemmen. Waar dat mogelijk was werden ook weer nieuwe meanders uitgegraven en de oevers minder steil gemaakt. Op een groot deel van het traject tussen de Reuselsedijk te Hulsel en de Neterselsedijk te Lage Mierde werd aan beide zijden van de beek een nu eens bredere dan weer smallere natuurstrook aangelegd met boomgroepjes, struwelen, grazige plekken en enkele kikkerpoelen waarin amfibieën in het voorjaar hun eieren af kunnen zetten. Doel van de uitgevoerde werkzaamheden: de biodiversiteit in en rondom de beek vergroten, een bijdrage leveren aan een gevarieerder en aantrekkelijker landschap, verdroging tegengaan door water langer vast te houden en diersoorten een mogelijkheid bieden om van A naar B te trekken. Bij het graafwerk aan de beek kwamen enkele bijzondere vondsten aan het licht: twee munten uit de Romeinse tijd en een klein metalen schildje. Ook kwamen drie houten balken tevoorschijn die waarschijnlijk ooit onderdeel zijn geweest van een brug. Zij bleken, na onderzoek, ongeveer 1300 jaar oud te zijn.
Waterschap de Dommel is in 2022 gestart met een integraal project waarbij aandacht wordt gegeven aan beekherstel, verbetering waterkwaliteit, water vasthouden in het gebied, GGOR (Gewenste Grond- en Oppervlaktewater Regime), natuurontwikkeling, ecologische verbinding en landschap. Hiervoor is onder andere de Raamsloop en de gronden er om heen, tussen de Neterselsedijk en landgoed Wellenseind, teruggebracht in zijn natuurlijke loop (ongeveer 1,2 km). Uiteindelijk doel is om het Natura2000-gebied natter te maken en daarmee de bijzondere natuur, waaronder het vochtig beekbegeleidend bos, die aanwezig is op landgoed Wellenseind te herstellen.
Deze wandelroute volgt het nieuw aangelegde wandelpad tussen de Elzenstraat en de Neterselsedijk.
Op de onderstaande foto is een bovenaanzicht van de nieuwe meanderende raamsloop, met de contouren van de oude rechte beekloop.

-1- Hoosemansstraat
Aan de Hoosemansstraat staat een van de oudste gebouwen van Lage Mierde (Hoosemansstraat 4-6). De oorsprong van dit gebouw gaat mogelijk al terug tot in de vijftiende eeuw (ca. 1470).
In 1520, toen de parochies van Hooge Mierde en Lage Mierde werden gescheiden, werd de abdij Floreffe-Postel eigenaar. Aanvankelijk baatte de pastoor ook een kleine boerderij aan de Hoosemansstraat uit om te voorzien in zijn levensonderhoud.
In 1604 moest het echter voor een groot deel worden herbouwd omdat een brand flinke schade had veroorzaakt. Bouwheren waren in 1470 de Norbertijnen van de abdij van Averbode. Het werd gebouwd als woning voor de pastoor. Een bestemming die het pand tot 1860 heeft behouden. Het gebouw was vroeger groter. Een deel ervan (waar nu Hoosemansstraat 2 is te vinden) is in de negentiende eeuw afgebroken. In de linkerhelft was van 1672 tot 1803 de schuurkerk van Lage Mierde gevestigd. Aan de functie van schuurkerk herinnert het monumentje op het grasveldje voor het gebouw. Het draagt de titel “Kerkgangers”. Het werd in mei 2013 geplaatst en het is gemaakt door de Lagemierdse kunstenares Lieske Stokkermans-Laureijs. Na 1860 werd het pand o.a. nog gebruikt als gemeentehuis, woning voor de dorpsonderwijzer, brandweerkazerne (links - tot in de jaren 1970) annex woning en woning.

Aan de Hoosemansstraat was vanaf 1883 ook de lagere school van Lage Mierde gevestigd; op de plek waar nu twee kleine woningen staan (nr. 3 en nr. 5). Zowel jongens als ook meisjes volgden er aanvankelijk onderwijs. De seksen werden gescheiden toen de nonnen in 1909 hun school (voor meisjes) aan de Kloosterstraat openden. Tot medio 1961 zou deze situatie blijven bestaan. Beide schoolgebouwen (maar nu weer met een gemengde bevolking) bleven nog in gebruik tot 1967. In dat jaar werd een nieuw schoolgebouw betrokken aan de Broekkant. Intussen bestaat ook dat al weer niet meer. Voor 1883 bevond de Lagemierdse school zich aan het pleintje ten noorden van de kerk. Bij de bouw van de nieuwe school in 1883 werd de befaamde Mierdse goudschat gevonden, bestaande uit 862 gouden munten, een gouden kruis en een gouden ring.
-2- Huize Mispelbocht
Huize “Mispelbocht”, Kloosterstraat 41. Deze opvallende en markante villa, met stijlkenmerken van de Amsterdamse School en de Nieuwe Zakelijkheid, werd in 1935 gebouwd door Charles Herculeijns die van 1932 tot 1946 burgemeester was van de gemeente Hooge en Lage Mierde. Stenen en dakpannen die na de bouw van Huize Mispelbocht waren overgebleven, dienden als bouwmateriaal voor de Mariakapel aan het Vloeieind. Na 1953 was het pand ruim dertig jaar in gebruik als woning en praktijkruimte van de plaatselijke huisarts. Uit die tijd dateren de aanbouwen aan de rechterkant van de villa.

-3- Buurtschappen Wellenseind/Elzenstraat/Buitenman
Tot het begin van de twintigste eeuw bestond Lage Mierde uit een vijftal kleine buurtschappen die geïsoleerd van elkaar tussen het boerenland lagen. Deze buurtschappen waren: Het Vloeieind (Vloeieind- Hoenderhoek- Gijsestraat- Tinnen Pot), De Straat (Dorpsplein-Ganzepoen-Hoosemansstraat), Het Wellenseind (Wellenseind-Buitenman-Elzenstraat), Het Mispeleind (Mispeleind) en De Braakhoek (Braakhoek- begin Heikantsebaan). Alleen tussen De Straat, Het Mispeleind en de Braakhoek was in die tijd (langs de Neterselsedijk) al enige diffuse bebouwing aanwezig. Vanaf 1900 raakte de open ruimte tussen de buurtschappen, door nieuwbouw langs de Draaiboom en de Kloosterstraat en verdichting van de bebouwing langs de Neterselsedijk, geleidelijk met huizen (en boerderijen) gevuld. Pas omstreeks 1960 waren de buurtschappen door een vrij continue bebouwing aan elkaar vastgegroeid. In diezelfde periode was ook het grootste deel van de bebouwing langs de Hoogemierdseweg tot stand gekomen. In de jaren 1970 verrees de nieuwe wijk Richelpad-Hofjes en in de twee decennia daarna veranderde het vroegere akkerland tussen Kloosterstraat, Hoge Weg en Broekkant in een nieuwe grote woonwijk. Na het jaar 2000 volgde tenslotte, tussen Hoogemierdseweg, Draaiboom en Vloeieind, nog wijk De Hasselt.

-4- Beemden
In de beekdalen van De Reusel en De Raamsloop lagen tot aan de uitvoering van de ruilverkavelingswerkzaamheden in 1973, aan beide kanten van deze beken allemaal kleine, smalle rechthoekige graslandjes. Elk graslandje was aan drie zijden omgeven door een dichte singel van allerlei soorten struiken. Waar het graslandje met een korte zijde aan de beek grensde, ontbrak het struikgewas. In de singels stond hier en daar een grote boom. Die kleine besloten graslandjes worden beemden genoemd. Zij ontstonden in de late middeleeuwen, toen de natte oerbossen in de beekdalen door de mens “in productie” werden genomen. De beemden dienden als hooiland voor de winning van wintervoer voor het vee. Uit de singels werd hout gewonnen dat voor allerlei doeleinden kon worden gebruikt. Enige beweiding vond soms ook wel plaats. Wat biodiversiteit (rijkdom aan planten- en diersoorten) betreft, scoorden de beemden tot het begin van de twintigste eeuw binnen het Kempische landschap het hoogst. Toen er rond 1900 kunstmest beschikbaar kwam, werden de vroegere schrale hooilanden in de beemden omgezet in echte weilanden waarin het (rund)vee gedurende de zomermaanden kon grazen. En hoewel rond diezelfde tijd ook het prikkeldraad zijn intrede deed en de houtsingels hun functie als omheining (en eigendomsmarkering) verloren, bleven zij over het algemeen behouden. Pas bij de uitvoeringswerkzaamheden voor de ruilverkaveling in 1973, verdwenen de houtsingels definitief uit de beekdalen van Reusel en Raamsloop. Aan de oude Hoolstraat, die van de Elzenstraat naar de rotonde aan de Bernardusweg liep, lagen in de middeleeuwen de “Heilige Geest Beemden”. Deze waren eigendom van de plaatselijke “Tafel van de Heilige Geest” en werden verpacht. De pachtopbrengst diende voor de ondersteuning van armen en behoeftigen. In de meeste parochies was in die tijd wel zo’n instelling voor armenzorg, een “Tafel van de Heilige Geest”, actief.

-5- Domineeswoning
Aan de Vestweg stond tot begin twintigste eeuw een statig gebouw, omgeven door een gracht. Het werd waarschijnlijk gebouwd aan het einde van de zeventiende of het begin van de achttiende eeuw en diende als woning voor de plaatselijke dominee. Sinds 1648 (Vrede van Munster-einde van de Tachtigjarige Oorlog) was het protestantisme in de Noordelijke Nederlanden de enige toegelaten religie geworden. De katholieken moesten hun kerken aan de protestanten overdragen en in sommige Kempische dorpen, zo ook in Lage Mierde, werd een dominee benoemd. Tot zijn werkgebied behoorden ook de dorpen Hooge Mierde en Hulsel. Er waren echter in Lage Mierde, De Kempen en in het grootste deel van Noord-Brabant maar heel weinig gelovigen die de overstap van katholiek naar protestant hadden gemaakt. Tijdens de Franse Tijd (rond 1800) kregen alle godsdienstrichtingen gelijke rechten. In de katholiek gebleven dorpen kregen deze gelovigen hun oude kerk terug. Voor de weinige protestanten in onze streek werden in enkele dorpen (bijvoorbeeld in Hilvarenbeek, Hoogeloon en Bladel) nieuwe kleine kerkjes gebouwd met een regionale functie. Kort na 1800 vertrok de laatste dominee uit Lage Mierde. Zijn woning werd gemeentehuis en na 1860 pastorie. Kort nadat pastoor Timmer naar het Dorpsplein was verhuisd (1904) is het statige pand afgebroken. De laatste resten van de omgrachting verdwenen in 2008 bij de aanleg van het overstortbassin aan de overkant van de Kempenbaan. 
-6a- Bernardusweg
De Bernardusweg dankt zijn naam aan Sint Bernardus van Clairvaux (1090-1153). Bijna iedere parochie had vroeger een bepaalde heilige die in die parochie speciale verering genoot. Tot halverwege de vorige eeuw was dat in Lage Mierde Sint Bernardus. Rondom zijn feestdag op 20 augustus kwamen gelovigen op bedevaart naar Lage Mierde om Bernardus te vereren en om hem om bescherming te vragen tegen ziektes bij het vee.

-6b- Bernardusweg: Bondsgebouw/de Ster en pakhuis
Eind negentiende eeuw begonnen de boeren zich te verenigen om hun sociale en economische positie te verbeteren. Bijna in elk dorp in de omgeving ontstond kort voor 1900 zo’n samenwerkingsverband van boeren: de plaatselijke Boerenbond. Door de pas opgerichte Lagemierdse bond werd in 1898 aan de Bernardusweg een kleine coöperatieve boterfabriek gesticht. Dit fabriekje kreeg de naam “De Ster”. Tot 1930 bleef het in bedrijf. De boeren van de coöperatie sloten zich toen aan bij de Tilburgse melkfabriek (CTM). Het fabrieksgebouw werd daarna door de Boerenbond verbouwd tot verenigingslokaal: het “Bondsgebouw”. Je zou kunnen zeggen dat het Bondsgebouw het eerste gemeenschapshuis van Lage Mierde was. Rond 1970 nam Stichting Gemeenschapshuis Lage Mierde het gebouw over van de Boerenbond. Het werd gerenoveerd en vergroot. Tot 2010 , toen de nieuwbouw bij de school aan de Broekkant in gebruik werd genomen, deed het daarna onder de oude naam “De Ster” dienst als gemeenschapshuis van Lage Mierde. Sinds 2010 staat het gebouw leeg. Tegenover het Bondsgebouw/De Ster, aan de andere kant van de Bernardusweg, stond tussen ongeveer 1930 en 1965 het “pakhuis” van de Boerenbond. Boeren konden op het pakhuis terecht voor allerlei artikelen en materialen die zij op de boerderij nodig
-6c- Dorpsbrand
Toen de blusmiddelen nog vrij primitief waren en veel daken nog bedekt waren met zeer brandbaar stro, kwamen dorps-branden, waarbij soms hele buurtschappen in de as werden gelegd, geregeld voor. De laatste grote dorpsbrand die Lage Mierde teisterde, woedde op maandag 29 augustus 1881. Wat er toen aan bebouwing langs het begin van de Bernardusweg aanwezig was ging geheel in vlammen op. Ook op 10 juni 1762 was er een grote brand, waarbij o.a. 15 huizen en woningen, 5 schuren en een brouwerij werden verwoest. hadden, en ook voor het malen van graan of om hun kippeneieren te leveren. Omstreeks 1965 zijn de pakhuizen van de plaatselijke Boerenbonden vervangen door de ook nu nog bestaande Boerenbond-/ Welkoopwinkels. Het Lagemierdse pakhuis werd gesloopt.